Geschiedenis
Het wasvoorschrift werd geïntroduceerd door de Vereniging Textieletikettering voor Was- en Strijkbehandeling die in oktober 1957 werd opgericht, hetgeen internationale gevolgen had, want de vereniging stelde de behandelingssymbolen, die later pictogrammen werden genoemd, ter beschikking aan zusterverenigingen in het buitenland. Het wasvoorschrift, en het bijbehorende boekje, was in die tijd vooral bedoeld voor huisvrouwen en aanstaande huisvrouwen, alsmede voor leerlingen bij het nijverheidsonderwijs, derhalve geheel conform de tijdgeest alleen op vrouwen gericht.
De aanleiding voor het wasvoorschrift was dat de oorspronkelijke, vertrouwde, stoffen zoals wol, katoen, linnen en zijde werden aangevuld en vervangen door modernere stoffen, zoals dralon, trevira, terlenka etc. De huisvrouwen van destijds, die verantwoordelijk waren voor de was, wisten niet hoe deze stoffen behandeld moesten worden. Door te heet wassen of te heet strijken konden de kledingstukken geheel bedorven worden. Ook bleekmiddelen kunnen op deze stoffen een verwoestende werking hebben. Door het vermengen van deze kunstvezels met de traditionele vezels ontstonden steeds meer varianten. Ook kwamen er katoenen “no-iron” stoffen in de handel.
Aan de kledingstukken was destijds op geen enkele manier te zien waar het van gemaakt was, laat staan hoe het behandeld moest worden. Sommige fabrikanten etiketteerden op eigen initiatief, maar elk gebruikte dan eigen symbolen en tekst. De vereniging begon met standaardisatie van de etiketten. Het etiket gaf geen garantie over de kwaliteit van het materiaal, maar gaf wel zekerheid dat vermijdbare fouten niet meer gemaakt zouden worden.
De pictogrammen[bewerken]
De pictogrammen zijn zo gemaakt dat ze voor leken duidelijk herkenbaar zijn: Een van de pictogrammen heeft de vorm van een wastobbe; het wassen in de wastobbe was bij de ontwikkeling van de textieletikettering namelijk de meest gebruikte wasmethode. Een wastobbe met daarin een temperatuur geeft de maximale temperatuur aan waarbij het artikel gewassen mag worden; de driehoek geeft informatie over het bleken, een vierkant staat voor het droogproces, het strijkijzer geeft aan dat het artikel gestreken mag worden, en de cirkel is het pictogram dat aangeeft welke professionele behandelingen er kunnen toegepast worden. De ISO pictogrammen zijn handelsmerken van het in 1963 opgerichte GINETEX (Groupement International d’Etiquetage pour l’Entretien des Textiles).